Over autisme, niet meedoen en een volkslied
Vaak krijgen wij kinderen in de les waarvan het lijkt alsof ze niet meedoen.
Niet elk kind maakt direct oogcontact, kinderen blijven niet altijd zitten in de kring, pakken letterlijke afstand van ons en de groep en draaien soms letterlijk weg van de groep.
Als je als leek door een raam zou kijken zie je een groep waarin één kind of meerdere kinderen niet meedoen, het niet leuk lijken te vinden of niet betrokken zijn.
Schijn bedriegt…. ik neem je even mee.
Hij staat achter in het leslokaal, in een hoek, te wiegen met zijn lijf. Een grote jongen. We kennen hem al van vorige projecten waar hij de ruimte uit rende zodra mijn collega saxofoon begon te spelen. De prikkels waren nieuw en werden hem direct te veel. Vandaag blijft hij staan, op afstand, met zijn gezicht afgewend, handen op zijn hoofd. Wij zingen en spelen ons “hallo’ lied. We heten iedereen welkom. Natuurlijk zingen we ook voor hem. Ik zie hem alert worden als hij zijn naam hoort, ik zie het in zijn lijf. Het wiegen stopt.
We vervolgen onze les terwijl hij blijft staan in de hoek van het lokaal. Elk onderdeel lijkt te worden genegeerd. Lijkt, want ik zie hem reageren door verandering van lichaamshouding, harder wiegen, stoppen met wiegen. Wanneer de muziek stopt of begint is er iets te zien in zijn lijf, in zijn hoek. Zijn groep speelt ondertussen op een eigen saxofoon. We spelen muzikale spelletjes en toeteren er lustig op los. Hij wiegt en stopt, wiegt en stopt.
Als we aankondigen dat onze les bijna klaar is en we gaan opruimen komt onze man ineens naar voren. Heel hard neuriet hij ons “hallo” liedje, perfect op toon. Hij roept en gebaart: “en nu!”, “en nu het volkslied van Denemarken!!”. We zijn compleet verrast door zijn vraag. Ik kijk vragend naar mijn collega. Kent mijn collega het volkslied van Denemarken? Zijn juffen moeten erom lachen. Onze man blijkt fan van volksliederen en mag als beloning regelmatig volksliederen online bekijken. Dat werkt tevens regulerend voor hem en het geeft hem rust om daarna weer schooltaken te doen. We geven aan dat we het gaan proberen en mijn collega zet een mars muziekje in op zijn saxofoon. Dit stelt hem zeer tevreden, hij stampt vrolijk mee, grijpt de dirigenten stok die we in de les gebruiken en dirigeert het tempo. Hij maakt oogcontact en staat vrolijk voor mijn collega te zwaaien met zijn stok en voluit mee te zingen. Als het lied klaar is geeft hij mijn collega een applaus en rent het klaslokaal uit. Wij blijven verbaasd achter.
Wanneer wij einde dag terugrijden naar Haarlem en napraten over de dag verbazen we ons over zijn oplettendheid. Zijn opmerkzaamheid die nog verder ging dan wat wij zagen in zijn lijf. Zijn afstand pakken, zijn rug naar ons toe, allemaal nodig voor hem om mee te kunnen doen. Leervoorwaarden die hij zelf heel knap creëert door dat te doen wat goed voor hem is.
Een voorbeeld van mee willen doen in maximale pure vorm. Heel fijn dat hij die ruimte neemt en kan nemen binnen deze instelling. Wij hebben ondertussen op onze terugweg wat te doen en luisteren de rest van de rit naar volksliederen. Volgende week zijn we extra voorbereid!
Lees nog meer blogs..........
Hij staat achter in het leslokaal, in een hoek, te wiegen met zijn lijf. Een grote jongen. We kennen hem al van vorige projecten waar hij de ruimte uit rende zodra mijn collega saxofoon begon te spelen. De prikkels waren nieuw en werden hem direct te veel. Vandaag blijft hij staan, op afstand, met zijn gezicht afgewend, handen op zijn hoofd. Wij zingen en spelen ons “hallo’ lied. We heten iedereen welkom. Natuurlijk zingen we ook voor hem. Ik zie hem alert worden als hij zijn naam hoort, ik zie het in zijn lijf. Het wiegen stopt.
We vervolgen onze les terwijl hij blijft staan in de hoek van het lokaal. Elk onderdeel lijkt te worden genegeerd. Lijkt, want ik zie hem reageren door verandering van lichaamshouding, harder wiegen, stoppen met wiegen. Wanneer de muziek stopt of begint is er iets te zien in zijn lijf, in zijn hoek. Zijn groep speelt ondertussen op een eigen saxofoon. We spelen muzikale spelletjes en toeteren er lustig op los. Hij wiegt en stopt, wiegt en stopt.
Als we aankondigen dat onze les bijna klaar is en we gaan opruimen komt onze man ineens naar voren. Heel hard neuriet hij ons “hallo” liedje, perfect op toon. Hij roept en gebaart: “en nu!”, “en nu het volkslied van Denemarken!!”. We zijn compleet verrast door zijn vraag. Ik kijk vragend naar mijn collega. Kent mijn collega het volkslied van Denemarken? Zijn juffen moeten erom lachen. Onze man blijkt fan van volksliederen en mag als beloning regelmatig volksliederen online bekijken. Dat werkt tevens regulerend voor hem en het geeft hem rust om daarna weer schooltaken te doen. We geven aan dat we het gaan proberen en mijn collega zet een mars muziekje in op zijn saxofoon. Dit stelt hem zeer tevreden, hij stampt vrolijk mee, grijpt de dirigenten stok die we in de les gebruiken en dirigeert het tempo. Hij maakt oogcontact en staat vrolijk voor mijn collega te zwaaien met zijn stok en voluit mee te zingen. Als het lied klaar is geeft hij mijn collega een applaus en rent het klaslokaal uit. Wij blijven verbaasd achter.
Wanneer wij einde dag terugrijden naar Haarlem en napraten over de dag verbazen we ons over zijn oplettendheid. Zijn opmerkzaamheid die nog verder ging dan wat wij zagen in zijn lijf. Zijn afstand pakken, zijn rug naar ons toe, allemaal nodig voor hem om mee te kunnen doen. Leervoorwaarden die hij zelf heel knap creëert door dat te doen wat goed voor hem is.
Een voorbeeld van mee willen doen in maximale pure vorm. Heel fijn dat hij die ruimte neemt en kan nemen binnen deze instelling. Wij hebben ondertussen op onze terugweg wat te doen en luisteren de rest van de rit naar volksliederen. Volgende week zijn we extra voorbereid!
Lees nog meer blogs..........